zondag 26 december 2010

Onnoozle zielen (28 december)

O kerstnacht, schoner dan de
dagen

Vondel

O kerstnacht, schoner dan de dagen,
hoe kan Herodes ’t licht verdragen
dat in uw duisternisse blinkt
en wordt gevierd en aangebeden?
Zijn hoogmoed luistert naar geen reden,
hoe schel die in zijn oren klinkt.

Hij poogt d’Onnoz’le te vernielen
door ’t moorden van onnoz’le zielen,
en wekt een stad- en landgeschrei,
in Bethlehem en op de akker,
en maakt de geest van Rachel wakker,
die waren gaat door beemd en wei,

dan naar het westen, dan naar ’t oosten.
Wie zal die droeve moeder troosten,
nu zij haar lieve kinders derft?
Nu zij die ziet in ’t bloed versmoren,
aleer ze nauw’lijks zijn geboren,
en zoveel zwaarden rood geverfd?

Zij ziet de mellek op de tippen
van die bestorve en bleke lippen,
gerukt nog vers van moeders borst.
Zij ziet de tere traantjes hangen,
als dauw, aan druppels op de wangen:
zij ziet ze vuil van bloed bemorst.

De wenkbrauw dekt nu met zijn boogjes
geloken en geen lachende oogjes,
die straalden tot in ’t moeders hart,
als starren, die met haar gewemel
het aanschijn schiepen tot een’ hemel,
eer ’t met een’ mist betrokken werd.

Wie kan d’ellende en ’t jammer noemen,
en tellen zoveel jonge bloemen,
die toen verwelkten, eer ze nog
haar frisse bladeren ontloken,
en liefelijk voor ieder roken,
en ’s morgens dronken ’t eerste zog?

Zo velt de zein de korenaren.
Zo schudt een bui de groene blaren,
wanneer het stormt in ’t wilde woud.
Wat kan de blinde staatzucht brouwen,
wanneer ze raast uit misvertrouwen!
Wat luidt zo schendig dat haar rouwt?

Bedrukte Rachel, schort dit waren:
uw kinders sterven martelaren,
en eerstelingen van het zaad,
dat uit uw bloed begint te groeien
en heerlijk tot Gods eer zal bloeien,
en door geen wreedheid en vergaat.

vrijdag 24 december 2010

De romantische orde

Maarten Doormans heeft in z'n boek 'De Romantische Orde' me overtuigd van de zuigkracht van het romantische paradigma. Verzet tegen die orde leidt via een dialectisch proces eigenlijk steeds tot versterking van de romantiek op een volgend niveau van agitatie. Zoiets als schreeuwen tegen een blaffende hond - dat maakt het beest alleen maar wilder.
Dat geeft te denken.

De analyses van Doormans geven ook richting aan mijn groeiende gevoel van onbehagen (okee, ook ik put uit romantische bron). Die romantische orde bestookt me met opmerkingen, reflecties, constructies, opvattingen, oordelen, legitimaties, die me in toenemende mate verwarren - waarop de stemmen van die orde me blij in de oren kraaien: 'verwarring is GOED Frans'. Ik betrap me zelf op die opvatting trouwens. En inderdaad, te veel zekerheid, te veel orde, dat is ook niet okee. Grote denksystemen opzetten, logische constructies bouwen, dat past ook niet in een ingewikkelde wereld.

Maar het voortdurend hameren op het chaotische karakter van ons kennen, van de ingewikkeldheid van evoluerende figuraties van de samenleving, de meervoudigheid van definities, de ontoereikendheid van de taal, van zo'n beetje alle faciliteiten waarover we beschikken om onze wereld te begrijpen, dat jaagt me in een hol waarin ik niet wil zitten. Waarin ik niet hoor te zitten.
Want eerlijk gezegd, begrijp ik voldoende van de wereld om niet in een voortdurende paniek te verkeren. Om mijn handelingen te kunnen sturen - voor een groot deel kan ik dat zelfs af met de automatische piloot waarover je als mens kennelijk beschikt. Natuurlijk zijn er stukken in mijn bestaan die duister blijven - ook voor mij. Maar door nijver onderzoek, observeren, meten, toepassing van logisch denkwerk, zijn er ook stukken van de werkelijkheid waar ik een behoorlijk ondubbelzinnig inzicht in heb kunnen verwerven. Delen van het metabolisme van Drosophila bijvoorbeeld. Maar ook van de culturele ontwikkeling van sommige corporaties. In woorden, grafen, getallen, formuleringen gevatte stukken van de werkelijkheid die een behoorlijke verklarende en zelfs voorspellende werking hebben. Die vatbaar zijn voor relativering, maar daarom niet minder waardevol.

Toch kakelen de stemmen van de romantische orde in deze postmoderne tijd om het hardst dat het 'ook maar jouw werkelijkheid is'. Alsof die bananenvliegen niet gewoon in hun potjes zitten en het gedrag van mensen niet gewoon te observeren is. Dat gekakel jaagt me voortdurend naar 'in mezelf'. De werkelijkheid bestaat niet. Dat zal zo zijn, maar als er een drosophila in je bier ligt... Die gaat niet weg door de werkelijkheid anders te definieren.
De romantisch orde heeft alleen de mens als referentiepunt. Die moet worden wat hij is. En inderdaad, daar ligt een opgave waar relativering belangrijker is dan objectiverende kennisverwerving. Identiteit. Als je daarnaar gaat zoeken en die uit wil drukken in de beschikbare begrippen zonder het bijbehorende betrekkelijkheidsbesef - ach, dan krijg je het druk met dolen in je eigen hoofd. Bovendien - waar zoek je naar? Momenten van helderheid? Verlichting? Het is een focus die tijd en aandacht vreet. Geen tijd meer voor wetenschap en techniek. Geen tijd meer voor creativiteit. Voor handwerk. Voor helder bestuur. Maar erger: geen referentiekader meer om vast te stellen of er vooruitgang is - of achteruitgang. Of er geschiedenis wordt gemaakt of alleen maar wat afgetobd.

Zonder ander zwaartepunt in het kennen dan 'het subject', ontstaat er een soort van epistomologisch zwart gat. Die constatering is eerder gedaan, maar dat zwarte gat wordt langzamerhand realiteit. En dat bevalt mij niet. De romantische orde verlamt me eenzijdig.Bestrijden van die orde, schreeuwen tegen die blaffende hond, dat gaat niet werken, Doormans heeft me daarvan wel overtuigd. Maar wat dan wel?
Ik ga maar weer eens Levinas lezen. En stukjes uit de Bijbel denk ik. Want uiteindelijk wil ik in mijn persoonlijk leven weten wat deugt en wat niet. En ik zoek positie om de relevantie van wat ik weet en onderzoek te kunnen overzien. Ik heb er behoefte aan om een perspectief te hebben op de radicale onbalans in het kennen die uiteindelijk in de romantische orde is ontstaan. Daarvoor moet ik er buiten kunnen staan. En mijn geloof dat zo'n positie bestaat is al een heel waagstuk. Geloof biedt positie en perspectief. Dat wordt een avontuur dat ik nog niet eerder aandurfde.